Historie

De Remonstrantse Gemeente Naarden-Bussum is opgericht op 1 januari 1941. 

Daaraan vooraf ging 5 jaar van voorbereiding.
In de zomer van 1935 benoemde de Amsterdamse Remonstrantse Gemeente een hulppredikant met de bijzondere opdracht om alle in ‘t Gooi “verstrooide Remonstranten tot elkander en onder haar vleugelen te brengen”. De keuze voor de hulppredikant viel op de jonge dominee F.E. van Leeuwen. Zijn inzet leidde op 7 december 1935 tot de oprichting van de Remonstrantse Kring Naarden-Bussum.

Twee jaar later al vertrok Dominee Van Leeuwen naar Java en werd in ‘t Gooi opgevolgd door Dr. H.J. Heering.
Deze stichtte vervolgens in Hilversum ook een Remonstrantse Kring en liet de kring Naarden-Bussum per 1 januari 1941 uitgroeien tot de zelfstandige Remonstrantse Gemeente.

Doordat in het eerste oorlogsjaar nog niet in de verste verte was te voorzien welk onbeschrijfelijk leed over ons land zou komen, is zelfs van harte en volop feestgevierd. Op organisatorisch gebied is, onder druk van de Duitse bezetting, baanbrekend werk verzet.

Op zondag 19 januari 1941 is Dr. H.J. Heering als eerste predikant van de zelfstandige Remonstrantse Gemeente Naarden-Bussum bevestigd. Dit gebeurde in de kerk van de NPB in Bussum, in aanwezigheid van de Commissie tot de Zaken van de Remonstrantse Broederschap, de burgemeesters van Naarden en Bussum, bestuursleden van de Remonstrantse Gemeente van Amsterdam, van de afdeling Bussum van de Nederlandse Protestantenbond NPB, de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden en van het Diaconessenhuis in Naarden. Aanwezig waren ook de vader van de predikant, de remonstrants hoogleraar Prof. Dr. G.J. Heering en zijn gezin.


Na de bevestigingsdienst en een receptie vond voor circa 100 genodigden in de Tuinzaal van gebouw ‘Concordia’, dat door de Duitse Wehrmacht in bezit was genomen, een feestelijke lunch plaats. In cabareteske vorm ontving de jonge Gemeente de zegen van “Jacobus Arminius”, die met vreugde de aanwezigheid constateerde van “de oude Haringh met heel zijn School”.

Op dat moment klonk tromgeroffel en gedreun van laarzen door tot in de feestzaal. Snedig sprak Arminius: “Eilaas, vrienden, ik hoor dat het nog altijd Spaans toegaat in de Lage Landen”. De voorzitter van de nieuwe Gemeente reageerde in zijn tafelrede met de woorden: “Deze tegenwind, hooggeëerde Arminius, blaast juist recht in onze zeilen. Onder dwang en duisternis zetten wij koers naar licht en vrijheid. De ankers zijn gehieuwd. Ons is een kostbare lading toevertrouwd. Maar wij weten ons schipper naast God. En zien wij omhoog, dan lezen wij de woorden op de wimpel, die van onze topmast waait: “Eenheid in het nodige. Vrijheid in het onzekere. In alles de Liefde”.


Aan het einde van 1941, bij vertrek vanuit de NPB-kerk in Bussum, wist de Remonstrantse Gemeente een ‘eigen’ kerkgebouw te betrekken. Het was de benedenverdieping van een meubelpakhuis aan de toenmalige Parallelweg 13 waar de Gereformeerde Gemeente in Hersteld Verband reeds 15 jaar kerk had gehouden.
In 1952 ontstond de behoefte aan een eigen kerkgebouw, dat “de taak waarvoor wij staan volkomen waardig is”.
In één nacht ontstond het plan voor het ontwerp van een kerk, “als een afgeknotte toren, die strevend naar de hemel, met een rond roosraam, dat precies als de dienst op zijn hoogtepunt zou zijn, de zon als stralend symbool van licht zou binnenlaten.
In 1955 werd de kerk in gebruik genomen.


In het portaal werd een ‘gedenkspreuk’ gemetseld die na de verbouwing van 2013/2014 aan de binnenkant van de toegangsdeur te lezen is.

De Gooi en Eemlander schreef bij de ingebruikname van de kerk in 1955:

In het toegangsportaal is een gedenkspreuk aangebracht die tot in lengte van dagen zal herinneren aan de totstandkoming van het nieuwe kerkgebouw. “Alleen den hogen God zij de Eer” luidt deze spreuk, aangebracht in het metselwerk en het was de voorzitter van de kerkeraad, de heer K. Blok van Laer, die de spreuk onthulde en de steen, welke de laatste letter ervan draagt (de r dus) inmetselde als een symbool van de voltooiing van het metselwerk van het gehele gebouw.


En dan verderop wordt de hoop uitgesproken dat ‘in de nieuwe kerk het besef levend zal worden dat de vele kerkgebouwen ter wereld wel uitingen zijn van verschillende geloofsvormen, >maar dat dit slechts mensenwerk is. Eén kerk staat daar tegenover en dat is Gods werk. Daarom: ‘Alleen den hogen God zij de eer!’.

Toenmalig kerkmeester Nelleke Lampen onthult de nieuwe stenen bij de ingebruikname van de verbouwing van de hal, begin 2014